Koeknuffelen – wie is er niet groot mee geworden. Jezelf overgeven aan de vredigheid en de warmte van dé witte motor van Nederland. Even lekker aanschurken tegen de Clara’s, de Bella’s en Greten van deze wereld. Even lekker in je overal en in je rubberlaarzen de geur van verse koeienstront inademen, en gelegen tegen een warme runderbuik van de blauwe lucht en de frisse plattelandslucht genieten. Diep in de plattelandsgebieden van Gelderland, ergens tussen Apeldoorn, Deventer en Zutphen in, ligt de boerderij van Jaap en Marente, die in de agrarische zware tijden hun boerderij hebben omgedoopt tot een soort mekka van Zen en Natuurliefde. Er worden workshops koeknuffelen gegeven, maar ook Koeknuffelen Deluxe en Snuffelen aan koeknuffelen. Reden te meer om er eens langs te gaan.
Na een barre tocht door over landweggetjes, over beekjes en langs boerderijen komt uiteindelijk de boerderij in zicht. Meteen als ik uitstap, word ik begroet door Mirre, de dochter van Jaap en Marente, die zich sinds een paar jaar op de koeknuffelarij geworpen heeft. Samen met een aantal dames die een ochtendje koeknuffelen cadeau gekregen hebben, word ik bijgepraat over de koe an sich. En de relatie tussen mens en koe.
‘Het is met koeien natuurlijk wel een beetje: met de ene level je wel, en met de andere level je niet. Wij noemen dat ook wel koemunicatie.’
Een van de dames knikt instemmend, met een serieus gezicht.
‘Dat is ook een beetje energetisch, toch?’ vraagt Linda, de gretigste onder de koeknuffeldames.
‘Zeker,’ antwoordt Mirre. Als iemand een bepaalde lading heeft die niet klopt bij de energie van de koe, dan zal ze zich niet zo makkelijk laten benaderen. Het is zeker iets energetisch.’
‘Ja, ja, ja. Precies. Dat is met paarden ook.’
‘Kijk,’ begint Mirre enthousiast, terwijl ze de stallen laat zien. Hier staan onze werknemers, normaal gesproken.’
Werknemers?
‘Ja. Wij praten over werknemers. Onze koeien hebben ook allerlei secundaire arbeidsvoorwaarden. Zie je?’ praat ze vrolijk door, terwijl ze een paar grote ventilatoren aanwijst, ‘Zie je? Daar? We hebben ventilatoren die lekker de hele dag aanstaan, fijne ligplaatsen, borstels, de nodige arbeidsvitaminen.’
Oh?
‘Jazeker, muziekje, de hele dag, tijdens het werk. De radio staat gezellig aan.’
Voor de koeien?
‘Ja. Voor ons staat het welzijn van onze werknemers helemaal bovenaan. En dan pas wij. Eerst de natuur, dan de koe, en dan wij pas. Zo werkt dat hier nou eenmaal.’
De reis gaat verder langs de stallen af. We lopen langs de kalfjes en staan even stil bij een enorme stier, die driftig zijn kop staat te schuren tegen een ijzeren hek. Het beest is gigantisch en chagrijnig.
Hij is een beetje boos, volgens mij.
‘Ja,’ antwoordt Mirre, ‘hij heeft een ontsteking, dus hij moet even bekomen, maar hij is op het moment even niet zo blij.
Ik kijk naar de stier. Naar hoe hij blaast en hoe hij met zijn enorme kop heen en weer bonkt.
‘Wil je hem aaien?’
Ik sla deze even over, als je het niet erg vindt.
Linda, een van de dames van het groepje, lijkt ineens opgeleefd te zijn.
‘Ik wil wel. Maar ik durf niet zo goed,’ zegt ze met een gespannen blik in haar ogen. ‘Ja ik wil wel. Maar, nee. Nee, ik vind het toch te eng.’
Mirre glimlacht naar Linda. De dames giebelen een beetje gespannen.
‘Weet je wat, we gaan de wei in. De koeien zijn wat rustiger dan deze jongen hier.’
Terwijl we de wei in lopen, praten de vrouwen enthousiast over koeien, paarden en over de koemunicatie. Linda, een van de dames, heeft het hoogste woord.
‘Ja, je ziet ze eigenlijk alweer denken: oh god, daar komen ze weer aan hoor… Daar heb je ze weer. Weg is onze rust, en we hadden zo’n mooie dag.’
‘Nou,’ antwoordt Mirre vergoelijkend, ‘dat valt reuze mee. De koeien vinden het ook lekker hoor! Je kunt het zien aan hun ogen. Als de ogen bijna uit hun gezicht ploppen, dan zijn ze niet ontspannen. Hangen ze lekker op half zeven, dan is het helemaal goed.’
‘Je ziet aan een koe dat ze relaxt is, als ze haar oren naar achteren heeft. Als ze vooruit staan, dan is ze niet op haar gemak. Dan is ze een beetje gestrest.’
‘Oh,’ valt Linda haar enthousiast in de rede, ‘dat is precies het omgekeerde bij paarden!’
‘Ehm… Ja. Oké. Nou ja, hier komt dus die koemunicatie om de hoek kijken. Als een koe nee schudt, dan wil ze niet benaderd worden.’
Pardon? Een koe kan nee schudden als ze even geen zin heeft?
‘Ja. Dan gaat ze heel duidelijk met haar kop heen en weer, en dan moet je dus
Als een koe nee zegt, bedoelt ze ook nee, dus.
‘Eh… Ja. Nou, kijk, die twee daar, dat zijn Holland en Kim.’
Holland en Kim, serieus?
‘Oh! Ja… Dat is toeval hoor! Wij vernoemen onze werknemers normaal gesproken niet naar pornosterren! Maar oké. Ik ga nu dus naar Kim toe. Ik ga haar nu benaderen. Je ziet dat haar oren omhoog staan, dus dat ze alert is, maar ik ga het toch doen.’
‘Oh god!’ gilt Linda, ‘Misschien gaat ze wel nee zeggen!’
Gelukkig komt het allemaal goed. Zodra Mirre naast Holland zit, gaan Hollands oren omlaag. Dan gaan alle dames op zoek naar een eigen koe om mee te knuffelen. Na een paar minuten hoor ik Linda in paniek roepen.
‘Ze blijft herkauwen! Zegt dat wat? Wat betekent dat? Wil ze dan van me af?’
Een van de andere dames gaat achterover tegen de buik van Anja aan zitten. Even laat ze alle rust over haar heen komen en sluit ze kort haar ogen. Het weiland wordt helemaal stil. Een paar meter verderop klinkt het klaterende geluid van koe Anja die zichzelf van haar overtollige urine ontdoet. Een minuut lang kijken we naar een plassende Anja. Dan doorbreekt de koeknuffelaarster de stilte.
‘Eigenlijk hè,’ begint ze zachtjes. ‘Eigenlijk is het echt een soort waterbed. Alsof je op de zee aan het dobberen bent.’
Mirre knikt. Ze legt uit dat de lichaamstemperatuur van een koe, in combinatie met het schommelen van de onderbuik, een ultieme combinatie is voor het ontspannen van de ruggegraat. Dat daar onderzoek naar gedaan is, en dat dat echt zo is.
‘Weet je,’ antwoordt ze, ‘ik weet dat het grotendeels ego is, hoor, maar ik ben eigenlijk altijd heel erg voorbij gegaan aan koeien.’
Je bent voorbij gegaan aan koeien?
‘Ja, nou, als je er zo voorbij rijdt… Je gaat er altijd maar vanuit dat ze er staan, snap je. Maar, ja, nu ga ik er toch ineens wel heel anders naar kijken.’
Oké.
‘Het is ook heel dualistisch he, zo’n koe.’
Hè?
‘Ja, ja, dat wit en dat zwart, snap je?’
Mirre mengt zich in het gesprek.
‘Nee, ja, absoluut. Heel erg Yin en Yang. Zeker. Heel dualistisch. Voel je de rust, die zo’n koe over zich heen heeft?’
‘Ja, heel erg.’
Voorzichtig polst Mirre of ik niet ook even met een koe wil knuffelen, en of er toevallig een koe is waar ik een bepaalde band mee voel.
Die ene die daar staat, die je net aanwees, die niet zo van andere mensen en andere koeien houdt. Daar voel ik wel een band mee. Maar zij dus niet met mij, neem ik aan.
‘Nee, haar kunnen we maar beter met rust laten. Zij houdt niet zo van anderen.’
Een soort Martijnkoe, dus.
‘Ja. Een soort Martijnkoe. Oké. Dus je bent niet zo’n gevoelsmens. Dan gaan we naar Trui toe.’
Oh? Trui valt op mensen die zich niet zo in koeien kunnen inleven?
‘Nee, maar Trui vind alles wel best.’
Trui ligt er inderdaad bij alsof ze alles wel prima vindt. met haar achter- en voorpoten gestrekt, ligt ze op haar buik een beetje te herkauwen. Mirre wijst naar de bek van Trui.
‘Koeien herkauwen eigenlijk al hun problemen weg. Zolang ze herkauwen is het goed.
Hoe moet ik naar Trui toe lopen?
‘Gewoon, lopen.’
Gewoon, zoals gewone mensen lopen? Niet speciaal energetisch lopen, of zo? Valt ze me dan niet aan?
‘Nee, gewoon lopen. En dan gewoon gaan zitten.’
Oké. Dan ga ik nu lopen hè.
‘Ja. Begin maar.’
Ik probeer zo normaal en zo ontspannen mogelijk naar Trui toe te lopen en naast haar te gaan zitten.
‘Je moet even je hand bij haar neus houden.’
De neus van Trui is nat van het koeienkwijl het snot. Als ik vraag of ik Truis neus ook moet aanraken, begint Mirre te lachen.
‘Hou er maar gewoon van een afstandje voor. Dat is vast ook goed.’
Na een minuutje ga ik tegen Truis buik aanzitten. Ik voel het schommelende gevoel van de koeienbuik. Er zit een centimeter of twintig tussen mijn gezicht en dat van de herkauwende Trui.
Ik ben nog niet echt ontspannen. Ik voel nog niet echt een band, denk ik.
‘Je doet het goed hoor. Echt.’
Trui laat een boer. Even kijken Trui en ik elkaar aan. In één blik weten we allebei genoeg: als dit een tinderdate was geweest, hadden we over een half uur allebei teleurgesteld in de trein terug naar huis gezeten. Een paar minuten later neem ik afscheid van Trui en van Mirre, en laat ik de koeknuffelaars alleen met hun koeien. Terwijl ik opsta, klinkt alleen het geluid van een groep overvliegende vogels en een koe die haar koeienvlaai van een afstandje op de grond laat kletteren.
Vijf jaar lang reisde ik stad en land af voor Nieuwe Revu, op zoek naar de recreërende Nederlander, voor de rubriek 'Onze man in Nederland'. Dit verhaal is een onderdeel uit die rubriek.
De kunst van de koemunicatie
Koeknuffelen – wie is er niet groot mee geworden. Jezelf overgeven aan de vredigheid en de warmte de Clara’s, de Bella’s en Greten van deze wereld en gelegen tegen een warme runderbuik van de blauwe lucht en de frisse plattelandslucht genieten.